Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
F Klas 4 Schrijven van teksten:

                                                                                                     

Referentieniveau in relatie tot de doelen uit Taalinlijn

schrijven van teksten

 

1. oriënteren op schrijven

 

denkt en spreekt mee; is betrokken

 

2. schrijven van expressieve teksten

 

kan een brief, of een stripverhaal schrijven in een tijdsperspectief

 

 

 

 

 

 

 

Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld.

Kan eigen ideeën, ervaringen, gebeurtenissen en fantasieën opschrijven in een verhaal, in een informatieve tekst of in een gedicht.

De informatie is zodanig geordend dat de lezer de gedachtegang gemakkelijk kan volgen en het schrijfdoel bereikt wordt. De meeste bekende voegwoorden (en, maar, want, omdat) zijn correct gebruikt, met andere voegwoorden komen nog fouten voor. Fouten met verwijswoorden komen voor. Samenhang in de tekst en binnen samengestelde zinnen is niet altijd duidelijk.

3. schrijven van informatieve teksten

 

kan een krantenbericht, brief, e-mail, en een routebeschrijving schrijven

 

Kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen of over onderwerpen uit de leefwereld.

Kan een briefje, kaart of e-mail schrijven om informatie te vragen, iemand te bedanken, te feliciteren, uit te nodigen e.d.

Gebruikt basisconventies bij een formele brief: Geachte/Beste en Hoogachtend/met vriendelijke groet. Hanteert verschil informeel/formeel.

kan eenvoudige standaardformulieren invullen

 

 

Kan een kort bericht, een boodschap met eenvoudige informatie schrijven.

Kan eenvoudige standaard formulieren invullen.

Kan aantekeningen maken en overzichtelijk weergeven.

 

kan een verslag of een werkstuk schrijven

 

 

 

 

 

Kan een verslag of een werkstuk schrijven en daarbij stukjes informatie uit verscheidene bronnen samenvatten.

De informatie is zodanig geordend dat de lezer de gedachtegang gemakkelijk kan volgen en het schrijfdoel bereikt wordt. De meeste bekende voegwoorden (en, maar, want, omdat) zijn correct gebruikt, met andere voegwoorden komen nog fouten voor. Fouten met verwijswoorden komen voor. Samenhang in de tekst en binnen samengestelde zinnen is niet altijd duidelijk.

4. bespreken en herschrijven van teksten

 

is actief betrokken bij gesprekken over doel en publiek

Gebruikt basisconventies bij een formele brief: Geachte/Beste en Hoogachtend/met vriendelijke groet. Hanteert verschil informeel/formeel.

is actief betrokken bij gesprekken over schrijfaanpak

 

gebruikt voornamelijk frequent voorkomende woorden

 

5. verzorgen en vormgeven van teksten

 

kan alinea’s, titels en kopjes verzorgen

 

 

 

Beheerst de juiste toepassing van hoofdletters, punten, vraagtekens, uitroeptekens, aanhalingstekens en afbreekregels.

Hanteert titel. Voorziet een brief op de gebruikelijke plaats van datering, adressering, aanhef en ondertekening. Besteedt aandacht aan de opmaak van de tekst (handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur).

 

Download het hele word doc voor klas 4